Lage rugklachten of lage rugpijn is een veelvoorkomend probleem dat een aanzienlijke impact kan hebben op de kwaliteit van leven en het vermogen om normale dagelijkse activiteiten uit te voeren. Een belangrijk aspect van het begrijpen en behandelen van lage rugklachten is het concept van motorische controle van de lage rugspieren.
Motorische controle verwijst naar het vermogen van het centrale zenuwstelsel om de activiteit van spieren te coördineren om gewenste bewegingen te produceren en stabiliteit te bieden aan de wervelkolom tijdens activiteiten. Bij lage rugklachten is de motorische controle van de lage rug vaak verstoord, wat kan leiden tot inefficiënte bewegingspatronen en een verhoogd risico op letsel.
Een belangrijk concept in de motorische controle van de lage rug zijn de lokale stabilisatoren en lokale movers. De lokale stabilisatoren zijn diepe spieren rondom de wervelkolom, zoals de multifidus en de transversus abdominis. Deze spieren zijn verantwoordelijk voor het bieden van segmentale stabiliteit aan de wervelkolom door middel van een anticiperende activatiepatroon. Dit betekent dat ze geactiveerd worden voordat een beweging plaatsvindt om de wervelkolom te stabiliseren en te beschermen.
Verschillende studies hebben aangetoond dat mensen met lage rugklachten vaak een verminderde activatie van de lokale stabilisatoren hebben en dat het herstellen van de normale activatie van deze spieren kan bijdragen aan het verminderen van pijn en het verbeteren van de functie van de lage rug.
Aan de andere kant zijn de lokale movers de oppervlakkige spieren die verantwoordelijk zijn voor het genereren van kracht en het produceren van beweging in de lage rug, zoals de erector spinae. Hoewel deze spieren belangrijk zijn voor het uitvoeren van dagelijkse activiteiten, kunnen overmatige activatie of disfunctie van deze spieren bijdragen aan lage rugklachten.
Het is belangrijk om een evenwicht te vinden tussen de activatie van de lokale stabilisatoren en de lokale movers om een optimale motorische controle van de lage rug te bereiken. Dit kan worden bereikt door middel van gerichte oefentherapie, zoals stabilisatie-oefeningen die de activatie van de lokale stabilisatoren bevorderen, evenals krachttraining voor de lokale movers om de algehele stabiliteit en functie van de lage rug te verbeteren.
Daarnaast kan het verbeteren van de proprioceptie en lichaamsbewustzijn door middel van oefeningen zoals balans- en coördinatietraining ook bijdragen aan een betere motorische controle van de lage rug.
In conclusie is motorische controle van de lage rug een belangrijk aspect bij het begrijpen en behandelen van lage rugklachten. Door de activatie van de lokale stabilisatoren te verbeteren en een evenwicht te vinden tussen stabiliteit en mobiliteit van de lage rugspieren, kan de pijn verminderen en de functie verbeteren, waardoor individuen in staat zijn om een actief en gezond leven te leiden.
Het verbeteren van motorische controle van de lage rug kan leiden tot minder pijn in de rug om verschillende redenen:
Vermindering van overbelasting: Een verstoorde motorische controle kan leiden tot inefficiënte bewegingspatronen en overmatige belasting van bepaalde structuren in de lage rug, zoals gewrichten, ligamenten en spieren. Door de motorische controle te verbeteren en stabiliteit te bieden aan de wervelkolom, kunnen de belasting en stress op deze structuren worden verminderd, wat kan leiden tot verlichting van pijn.
Bescherming van de wervelkolom: De lokale stabilisatoren spelen een cruciale rol bij het stabiliseren en beschermen van de wervelkolom tegen ongewenste bewegingen en belastingen. Wanneer deze spieren niet goed functioneren, kan de wervelkolom kwetsbaarder worden voor letsel en overmatige druk op de tussenwervelschijven en zenuwwortels, wat kan leiden tot pijnklachten. Door de activatie van de lokale stabilisatoren te verbeteren, kan de wervelkolom beter worden beschermd tegen schadelijke bewegingen en dus de pijn verminderen.
Verbeterde biomechanica: Een betere motorische controle kan leiden tot verbeterde biomechanica tijdens bewegingen en activiteiten. Dit kan resulteren in een meer evenwichtige verdeling van krachten en belastingen over de lage rugspieren en -structuren, waardoor overmatige stress op specifieke gebieden wordt verminderd en de kans op letsel en pijn wordt verminderd.
Vermindering van spierdisfunctie: Lage rugpijn kan gepaard gaan met spierdisfunctie, zoals verzwakking of overactivatie van bepaalde spiergroepen. Door gerichte oefentherapie gericht op het verbeteren van motorische controle, kunnen deze spieronevenwichtigheden worden gecorrigeerd, waardoor de spieren efficiënter kunnen functioneren en de pijn kan verminderen.
Al met al kan het verbeteren van motorische controle van de lage rug leiden tot een betere stabiliteit, biomechanica en functie van de rugspieren en -structuren, wat op zijn beurt kan resulteren in een vermindering van pijn en een verbetering van de algehele gezondheid en functioneren.
Comments